Leggen​

Bij leggen stapel je struiken bovenop elkaar

Leggen als techniek vindt zijn oorsprong in Groot-Brittannië en kwam als zodanig niet voor in andere delen van Europa tot zijn introductie tijdens het Nationaal Stimuleringsproject Gevlochten Heggen, Hagen en Houtwallen, van Stichting Das en Boom en Stichting wAarde (1999 tot 2004).

Bij het leggen wordt vlak boven de wortelhals van de struik een diagonale insnijding gemaakt, waarna de struik in de gewenste stand gebracht – gelegd – kan worden. De volgende struik wordt hier bovenop geplaatst, enzovoort; je legt de heg uit (zie de tekening hieronder). Voor de stevigheid van de heg worden in de Engelse traditie vaak staken (paaltjes) en binders toegevoegd, in enkele ‘stijlen’ worden ook crooks of zogenaamde hanenpoten toegevoegd. Voor het leggen van een heg moet de heg hoog zijn (3 tot 5 meter) en dus ook al ouder. Alle struiken worden gelegd en zullen vanuit de stamvoet hergroei gaan vertonen; met deze hergroei kan na 10 tot 30 jaar het leggen herhaald worden. Dit is ook noodzakelijk omdat anders de dichte structuur als geheel verloren gaat. De gemaakte (grote) wonden overgroeien niet of nauwelijks. Dit beperkt de levensduur van de gelegde struik of hij zal naar de grond zakken door het gewicht van de stam. Precies hierom ben ik na 25 jaar heggenverdichten niet langer voorstander meer van de gelegde heg: zij is niet duurzaam (na 10 tot 30 jaar is herhalen nodig) en vereist veel arbeid en kunde.

Scroll naar boven