Landschap is overal; het wordt beïnvloed door 1) de ondergrond (aarde, bodem, grond), 2) de mens (meer of minder ‘cultuurinvloed’) en 3) de natuur (welke biodiversiteit bevat het landschap). In Nederland is alles ‘cultuurlandschap’, overal heeft de mens zijn stempel gedrukt. Dat de mens ook de voorwaarden voor een hoge biodiversiteit kan creëren bewijzen oude cultuurlandschappen. Door de variatie van beheer door verschillende gebruikers van het landschap ontstaan vanzelf kansen voor de biodiversiteit. Heggen en wallen en andere lijnvormige landschapselementen speelden destijds een cruciale rol in het agrarische systeem; tegenwoordig wordt ingezien dat ze voedsel en schuilgelegenheid voor talloze organismen bieden en ecologische verbindingen in het landschap vormen. Beide “typen” diensten – zowel die oorspronkelijke agrarische, als de huidige ecologische – maken heggen een bijzonder interessante en waardevolle landschapselementen, te meer in de huidige periode van agrarische transitie.